⇐ Terug naar start
← – Terug naar Virtuele omgeving start
Een virtuele omgeving in Python is een zelfstandige directory die een Python-interpreter en aanvullende bibliotheken bevat. Het stelt ontwikkelaars in staat om pakketten te installeren die specifiek zijn voor dat project zonder dat ze interfereren met andere projecten of het globale Python-systeem op de computer. Hier zijn enkele redenen waarom virtuele omgevingen cruciaal zijn voor Python-projecten:
Het opzetten van een virtuele omgeving is eenvoudig en kan worden gedaan met ingebouwde Python-tools zoals venv of met externe tools zoals virtualenv. Zodra de omgeving is gecreëerd, kan deze worden geactiveerd, waarna alle pip installaties en uitvoeringen van Python-scripts binnen die geïsoleerde omgeving plaatsvinden.
Python update PIP (regelmatig uitvoeren):
python -m pip install -U pip
Navigeer eerst naar de map van je project via de terminal of opdrachtprompt. Als je daar eenmaal bent, kun je de volgende commando's gebruiken om een virtuele omgeving te creëren:
python -m venv venv
Hiermee wordt een nieuwe map genaamd venv in je projectdirectory aangemaakt, waarin de virtuele omgeving wordt opgeslagen.
Nu moet je de virtuele omgeving activeren:
Voor Windows:
.\venv\Scripts\Activate
Zodra de virtuele omgeving actief is, moet je voor de naam van je terminal of opdrachtprompt de naam van je virtuele omgeving (venv in dit geval) zien staan. Dit geeft aan dat de omgeving actief is.
deactivate
Open VS Code en navigeer naar de map van je project. Je kunt dit ook direct vanuit de terminal doen met het commando:
code .
Om ervoor te zorgen dat VS Code de juiste interpreter gebruikt:
Nu is je virtuele omgeving klaar voor gebruik in VS Code! Alle Python-scripts die je nu in deze VS Code-sessie uitvoert, gebruiken de geactiveerde virtuele omgeving. Bovendien zullen alle pakketten die je installeert met pip binnen deze geïsoleerde omgeving blijven.
Zodra je virtuele omgeving is geactiveerd (wat je kunt zien aan de naam van de omgeving voor je terminal- of opdrachtprompt), kun je pakketten installeren met pip, net zoals je dat zou doen buiten de virtuele omgeving. Het enige verschil is dat deze pakketten alleen beschikbaar zullen zijn binnen deze specifieke virtuele omgeving.
Om bijvoorbeeld het OpenAI-pakket te installeren, voer je het volgende commando uit in je terminal of opdrachtprompt:
pip install openai
Dit installeert het OpenAI-pakket en zijn afhankelijkheden in je virtuele omgeving. Als je meerdere pakketten tegelijk wilt installeren, kun je hun namen scheiden met spaties:
pip install openai numpy pandas
→ Upgrade een installatie
pip install --upgrade streamlit
Tip: Het is een goed idee om een requirements.txt bestand in je project te hebben. Hierin kun je alle pakketten en hun versies noteren die voor je project nodig zijn. Dit maakt het gemakkelijker voor anderen (of voor jezelf in de toekomst) om de exacte omgeving te reproduceren. Je kunt een requirements.txt bestand maken met het volgende commando:
pip freeze > requirements.txt
En later, als je het project op een andere machine of in een andere virtuele omgeving wilt opzetten, kun je alle benodigde pakketten in één keer installeren met:
pip install -r requirements.txt
Dit zijn de basisstappen om pakketten in je virtuele omgeving te beheren.
Het requirements.txt bestand is een essentieel onderdeel van Python-projecten, vooral als het gaat om het delen van code of het opzetten van een consistente ontwikkelomgeving. Hier is een diepgaand overzicht:
Het requirements.txt bestand bevat een lijst van alle Python-pakketten en hun respectievelijke versies die nodig zijn voor een specifiek project. Hierdoor kan iedereen die het project gebruikt of eraan bijdraagt, de exacte versies van de benodigde pakketten installeren.
Idealiter maak je een requirements.txt bestand aan zodra je met een nieuw project begint en je begint met het installeren van externe pakketten. Telkens wanneer je een nieuw pakket toevoegt aan je project, moet je de requirements.txt bijwerken. Dit kan handmatig of met het pip freeze commando.
Na het installeren van alle benodigde pakketten in je virtuele omgeving, voer je het volgende commando uit:
pip freeze > requirements.txt
Dit schrijft alle geïnstalleerde pakketten en hun versies naar het requirements.txt bestand
Als je het project wilt opzetten op een andere machine of in een andere virtuele omgeving:
pip install -r requirements.txt
In essentie is het requirements.txt bestand een eenvoudig, maar krachtig hulpmiddel om de consistentie en reproduceerbaarheid van je Python-projecten te waarborgen. Het regelmatig bijwerken en gebruiken ervan is een best practice in de Python-gemeenschap.
Als je de console hebt afgesloten waarin je virtuele omgeving was geactiveerd, moet je de omgeving opnieuw activeren wanneer je een nieuwe console opent. Hier is hoe je dat doet:
.\venv\Scripts\Activate
Zodra de omgeving is geactiveerd, zie je de naam van je virtuele omgeving voorafgaand aan de prompt in je terminal of opdrachtprompt. Dit geeft aan dat de virtuele omgeving actief is en dat alle Python-commando's en pip-installaties die je uitvoert binnen deze geïsoleerde omgeving zullen plaatsvinden.
Een Virtuele omgeving creëren vanuit VS Code
Pakketten toevoegen aan deze omgeving doe je via de terminal in VS Code.
Voorbeeld OpenAI:
pip install openai
→ Python environments in VS Code
→ VS Code virtuele omgeving en Docker
→ Systeemvariabelen zetten voor de Virtuele omgeving in een bestand met de naam .env in de in de zelfde map als de app.py (main app) in het volgende format:
HF_TOKEN = "hf_XXXXXXXXXX" OPENAI_API_KEY = "sk-XXXXXXXXXXXX"
Instaleer dotenv om het .env bestand te kunnen lezen zodat daar de systeem variabelen in kunnen
pip install python-dotenv
Vervolgens waarden uit .env bestand lezen en printen met Python:
import os from dotenv import load_dotenv load_dotenv() def main(): print(os.getenv("HF_TOKEN")) print(os.getenv("OPENAI_API_KEY")) if __name__ == "__main__": main()